Een stad, een museum en treinen

Gisteren ben ik samen met mijn moeder naar Amsterdam geweest met een specifiek doel, het Rijksmuseum bezoeken. We hadden kaartjes van het kruitvat waarmee we in de daluren mochten reizen, dit betekende dat we s’morgens na 9 uur mochten vertrekken, dit vond ik helemaal niet erg want ik ben geen ochtendmens. Er ging een trein om 9:03 direct naar Amsterdam Centraal dus die namen we, in deze trein was het rustig genoeg dat er voldoende zitplaats was. De reis brachten we kletsend en naar buiten kijkend door en was zeker niet onprettig.

Om ongeveer 11 uur kwamen we aan op Amsterdam Centraal en begon de speurtocht, namelijk de bordjes volgen richting het Museumplein.Het was best nog wel een stukje lopen in een drukke stad en de temperatuur steeg gestaagd. Toen we bij de dam aankwamen zijn we even gaan zitten op een bankje en hebben wat gegeten en gedronken .

Toen mijn moeder foto’s wilde maken van de bloemen bij het herdenkingsmonument kwam ze erachter dat haar camera niet in de tas zat, het was onduidelijk of deze thuis lag of onderweg ergens was blijven liggen en ik wilde mijn vader al bellen om thuis rond te kijken maar mijn moeder hield me tegen, ze zei dat er toch niks aan te doen was op het moment en dat ze het uit haar hoofd zou zetten voor de dag. Sceptisch vroeg ik haar of dat haar wel lukte (ik kan het niet) maar ze was er zeker van en ik merkte lichtelijk jaloers op dat ze een heerlijk hoofd had, wat zou ik graag zulke dingen gewoon uit mijn hoofd kunnen zetten maar als het mijn camera was had dit waarschijnlijk de hele dag verpest. (de camera in inmiddels weer terecht)

bij het museum aangekomen moesten we eerst de ingang vinden en daarna verschillende handelingen moeten verrichten om ook maar in de buurt van de kunst te kunnen komen. Het begon met een tassencheck en het verzoek mijn overzet-zonnebril af te zetten, die mocht niet op in het museum. Daarna in de rij en kopen van een kaartje waarbij we verteld werden dat onze rugtassen ingeleverd moesten worden aan de overkant van het pad. Dat gedaan hebbende konden we eindelijk kunst gaan bekijken.

Ik ben graag samen met iemand die ik graag mag in een museum omdat het veiliger voelt maar ook omdat ik de stukken graag voorzie van commentaar, niet negatief maar gewoon wat me opvalt. “kijk een vlinder” “gezichten zijn moeilijk dus deze schildert ze gewoon niet” “die maria is best populair”

Ik moest wel af en toe gaan zitten omdat ik het vele lopen niet gewent ben en mijn voeten begonnen zeer te doen. Tegen half 4 besloten we dat we nog even naar de eregalerij gingen en dan naar buiten, we hadden nog lang niet alles gezien maar vonden het wel genoeg geweest. De eregalerij was een grote ruimte met de pronkstukken van het Rijksmuseum, met onder anderen de nachtwacht en het melkmeisje. Het zijn mooie schilderijen maar de opstelling gaf me een probleem, er waren erg veel mensen in de zelfde ruimte waarvan velen met elkaar aan het praten waren, het geluid was alsof ik midden in een bijenkorf zat, het constante gegons van mensenpraat overprikkelde me enorm. Later vertelde ik mijn moeder over dat het geluid me zo overprikkelde maar zij vertelde me dat ze het niet eens had opgemerkt, ik vind dit ongelooflijk, hoe kun je dat niet opmerken, hoor ik dingen die er niet zijn of is zij doof voor dingen die er wel zijn? Heb minder dan 5 seconden voor het melkmeisje gestaan, een erg mooi schilderij vind ik maar er stonden te veel mensen en ik moest daar wegvluchten.

Buiten zijn we nog even gaan zitten in het museumpark en toen op jacht naar iets te eten. Na even lopen kwamen we bij een straatje met allemaal restaurants, we hebben er eentje uitgekozen waar we pizza konden krijgen, in eerste instantie gingen we op het terras zitten maar we bedachten ons snel en namen binnen plaats, op het terras waren de mensen namelijk zo dicht op elkaar gepakt dat je eigenlijk geen ruimte had om werkelijk te eten, binnen had ook een nadeel, de muziek maar daar besloot ik maar mee te moeten leven. Het personeel sprak met ons in het Engels, eerst dacht ik dat ze aannamen dat we uit het buitenland kwamen maar later besefte ik me dat ze gewoon geen Nederlands konden. Na het lekkere eten zijn we naar het station gelopen wat best wel een eind was weer en mijn voeten en benen begonnen het echt op te geven. Z’n stad als Amsterdam is ook wel wat anders dan Hengelo waar ik woon, er is meer verkeer, oversteken is gewoon eng en ik schrik me keer op keer lam van getoeter van verschillende voertuigen. Ik had er op de heenweg al last van maar nu begon het me echt op te breken. Echt tijd om naar huis te gaan. We gingen om 8 uur op de trein naar Amersfoort waar we moesten overstappen naar die naar hengelo. Het eerste stuk ging prima, ik probeerde een beetje uit te rusten in mijn stoel en zat voornamelijk zwijgend naast mijn moeder. In Amersfoort hadden we eerst ene 18 minuut overstap maar door vertraging werd het zelfs 10 minuten later. We dronken wat op het station en zaten naast de kiosk op een randje.

We waren niet de enigen die wachtte op de trein, het was druk en er kwam maar een kleine trein aan. Bij het binnengaan van de trein lukte het me niet om bij mijn moeder te blijven, er gingen verschillende mensen gewoon voor me staan omdat ik meer dan 2 centimeter ruimte laat tussen de gene voor me en mij. Zitten kon al niet meer en we moesten staan in het gangpad, ik kon nog net in het gangpad anders moest ik zelfs bij de deur staan. Mensen voor me mensen achter me, ik kon geen kant meer op en mijn moeder stond een stuk verder op, ook begonnen mijn voeten en benen ernstig te klagen maar ik ben niet iemand die vraagt om een zitplaats er in immers niks mis met me.

Een tijd lang hield ik het uit maar ik werd me opeens erg bewust van dat ik geen kant op kon en steeds meer overprikkeld werd. ik begon in paniek te raken, tranen liepen over mijn wangen en in kreeg moeite met ademhalen (hyperventileren) wat de vrouwen naast me erop attendeerde dat er iets mis was. Ze begonnen bezorgt te vragen wat er was maar ik was niet in staat om te antwoorden, ze raakte mijn handen en ondernamen geruststellend aan wat me nog meer in paniek bracht. Daar stond ik, luid snikkend, happend naar adem en met een duizend ogen op me gericht. Mijn moeder zag het en wenkte me naar haar, ik wurmde me langs de mensen die zoveel mogelijk aan de kant gingen naar mijn moeders armen, ze kalmeerde me zoveel mogelijk en een jonge vrouw bood haar stoel aan die ik accepteerde aangezien ik op mijn benen stond te trillen. Mijn moeder stelde de medepassagiers die waarschijnlijk geschrokken waren gerust dat ik ok was, gaf mij wat te drinken en zei me daarna maar wat op mijn mobiel te gaan spelen om rustig te blijven. Terwijl de paniek af nam begon een ander gevoel het over te nemen, schaamte. Wat zouden mensen wel niet van me denken? En ik raakte in paniek om niks eigenlijk, had iedereen ongerust gemaakt om niks. Ik weet ik moet me niet schamen en niet boos zijn op mezelf maar dat doe ik wel. Zo openbaar heb ik nog nooit z’n heftige en zichtbare paniekaanval gehad, soms wel met anderen de bij maar dat waren mensen die me kende, familie, hulpverleners mensen waarvan je wat begrip kan verwachten. Dit wil ik nooit meer meemaken, niet in het openbaar en ik ga er zeker met mijn hulpverlener over hebben hoe dat te voorkomen. Het was een nare afsluiting van een best leuke dag.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s